Logopedie – Kinderen

In onze praktijk behandelen wij kinderen met logopedische problemen op het gebied van:
Spraak
Er zijn verschillende spraakproblemen. Sommige kinderen hebben moeite met het maken van bepaalde klanken of
klankcombinaties. Ze laten dan klanken weg of vervangen ze door andere klanken (bijvoorbeeld: “toepje” i.p.v.
snoepje).
Soms worden klanken op de verkeerde manier uitgesproken, bijvoorbeeld met de tong tussen de tanden
(lispelen/slissen). Wanneer er sprake is van te slappe mondmotoriek worden de woorden onduidelijk gearticuleerd.
Ook kunnen kinderen moeite hebben met de uitspraak van meerlettergrepige woorden. Ze laten stukjes weg
(bijvoorbeeld: “puter” i.p.v. computer) of hebben moeite met de plaatsing van klanken binnen het woord
(bijvoorbeeld: “karpeerplaats” i.p.v. parkeerplaats).
Taal
Soms komen kinderen al op jonge leeftijd bij ons, bijvoorbeeld als een kind van 2 jaar nog niet of nauwelijks spreekt,
of wanneer een kind van 3 jaar nog bijna geen zinnen maakt of nog erg weinig woorden kent. We spreken van een
taalprobleem wanneer het kind opvallend achter blijft bij leeftijdsgenootjes. Ook kinderen in de basisschoolleeftijd
kunnen een te kleine woordenschat hebben, te korte of kromme zinnen maken en problemen hebben met het
verbuigen en vervoegen van woorden. Daarnaast kunnen kinderen moeite hebben met het begrijpen van taal, of
het gebruik van taal in de sociale interactie (bijvoorbeeld met groeten, het stellen van vragen of met het vertellen
van een verhaal).
Stotteren
Bij jonge kinderen is de taalontwikkeling nog niet voltooid, terwijl
ze al wel veel te vertellen hebben. Dit kan gepaard gaan met een
periode van onvloeiendheid. Vaak gaat dit vanzelf weer over maar
het kan ook overgaan in stotteren. Wanneer u zich zorgen maakt, bijvoorbeeld omdat stotteren in de familie
voorkomt of het stotteren lijkt te verergeren, kunnen logopedisten advies geven en begeleiden. Ook wanneer
oudere kinderen stotteren en hier zelf hinder van ondervinden kunnen wij hulp bieden.

Stem
Stemklachten of heesheid worden vaak veroorzaakt door een onjuist gebruik of overbelasting van de stem.
Bijvoorbeeld door erg veel schreeuwen of vaak rare stemmetjes nadoen. Samen met de logopedist leren kinderen
hoe ze goed voor hun stem kunnen zorgen. Soms gaat dit in overleg met de KNO-arts.
Gehoor
In veel gevallen hebben kinderen met gehoorproblemen ook spraak-/taalproblemen. Een kind leert immers spreken
door goed te luisteren naar de spraak en taal uit zijn omgeving en door deze te imiteren en bij te stellen. Bij
gehoorproblemen kunnen de klanken anders waargenomen worden, verschillen tussen bepaalde klanken kunnen
wegvallen, waardoor het kind de klanken ook verkeerd gaat uitspreken. Ook zijn kinderen met gehoorproblemen
soms veel minder op geluiden gericht, simpelweg omdat de geluiden minder goed binnen komen. De luisterhouding
van het kind wordt dan minder ontwikkeld. Gehoorproblemen kunnen ook samenhangen met afwijkend
mondgedrag: door mondademen wordt er minder vaak geslikt en vindt er minder ventilatie van het middenoor
plaats, waardoor oorontstekingen kunnen ontstaan.
Onder gehoor vallen ook zwakke auditieve vaardigheden. Kinderen horen wel goed, maar hebben moeite met de
auditieve waarneming. Rijmen, de eerste letter van een woord herkennen, of hakken en plakken vinden ze erg
moeilijk. Deze vaardigheden zijn belangrijk voor het leren lezen in groep 3 en hieraan kan de logopedist ook
aandacht besteden.
Eet- en drinkproblemen
Baby’s kunnen normaal gesproken direct na de geboorte al zuigen en slikken en op deze manier drinken uit borst
of fles. Een volgend stapje is het afhappen van een lepeltje en daarna doorloopt het kind ontwikkelingsfasen op
weg naar het kauwen van vast voedsel. Soms gaat deze ontwikkeling niet vanzelf en lopen ouders vast bij een
bepaalde stap: bijvoorbeeld als het kind blijft kokhalzen wanneer grovere hapjes worden aangeboden. Het kind
komt dan ook niet tot kauwen en de ontwikkeling stagneert. Voor ouders is dit vaak een grote zorg. De logopedist
met aantekening prelogopedie kan hierbij meekijken en advies en/of behandeling geven.
Afwijkend Mondgedrag en Oro Myo Functionele Therapie (OMFT)
Afwijkend mondgedrag, (verkeerd slikken/tongpers/duimzuigen/open mondgedrag) heeft meer gevolgen dan je in
eerste instantie zou denken. Het is van invloed op de stand van de tanden, kaken, vorm van de lippen en de
algehele gezondheid. Wij zijn thuis in de behandelwijze van OMFT en werken samen met ouders en kind aan het
trainen van de lip- en tongspieren, het aanleren van de juiste slik, het afleren van duim- en vingerzuigen en
automatiseren van de lipsluiting.

Sensorische Informatieverwerking
Sensorische Informatieverwerking (S.I.) is het kunnen opnemen, selecteren en integreren van informatie die via
de zintuigen wordt geregistreerd. Om te kunnen functioneren in het dagelijks leven is het belangrijk dat de
zintuiglijke waarnemingen goed door het zenuwstelsel worden verwerkt. De Sensorische Informatieverwerking
speelt een essentiële rol in de sensomotorische en sociaal emotionele ontwikkeling van kinderen.
Als de Sensorische Informatieverwerking niet goed verloopt, kunnen uiteenlopende en dikwijls verwarrende
problemen ontstaan. Kinderen worden door bepaalde zintuiglijke prikkels opvallend druk of reageren fel en/of
emotioneel op prikkels die wij nauwelijks waarnemen. Ook het tegengestelde is mogelijk; kinderen voelen prikkels
nauwelijks en hebben in vergelijking met andere kinderen meer prikkels nodig om aangepast te kunnen reageren
en te kunnen functioneren. Lucy Miller heeft deze Sensorische informatieverwerkings problemen omschreven in de
subgroepen:
modulatieproblemen
discriminatie problemen
problemen in de sensori-motore ontwikkeling en praxis
Samen met ouders (en waar mogelijk leerkrachten) werken we er aan om de kwetsbaarheden van het kind in het
dagelijks leven om te zetten in kansen. Door het verbeteren van de prikkelverwerking of het creeeren van een
sensorisch waardevolle omgeving wordt er vooruitgang gezien in het dagelijks functioneren van het kind.
Communicatie bij Down Syndroom
Onder constructie